by Patrick Bruneel
Het woord Thalle (Frans) kan in het Nederlands (en Engels) worden vertaald als Thallus, en dat betekent dan zoiets als een aanduiding voor de bouw van organismen die er plantaardig uitzien, maar niet én wortels en stengels en bladeren bezitten. Algen, schimmels en korstmossen zijn onder meer lid van deze familie. Voor Tatiana Paris gaat thalle over willekeur en samenhang (correlatie) of hoe komen dingen die niet synchroon met elkaar zijn toch tot een harmonieus geheel. Het zijn vormen die zich discreet ontwikkelen en toch een grote invloed hebben, op de zee (algen) of op het oppervlak van een boom.
Tatiana Paris houdt ervan om het chaotische, het ongeordende, te organiseren, te synchroniseren, tot het zin krijgt en dat doet ze niet alleen door waarnemingen in de natuur maar ook met haar muziek.
In 2022 debuteerde ze met het album Gibbon en na een hele rist concerten besloot ze om Thalle maken. Geprepareerde gitaar, stem modulaire synthesizers, cassetterecorder, radio’s, objecten en op het in tweeën gedeelde titelnummer ook orgel, dat wordt bespeeld door Rachel Langlais.
Net als de willekeur van de thalle, waarover Paris het heeft, en de onvoorspelbaarheid van het uiteindelijke resultaat, is het album – negen stukken staan erop – geworden.
Drones, stukken met poëtische teksten (van de hand van Pierrick Pagé, Joséphine Bacon en Marie Andrée Gill), gitaargefriemel dat zo op een plaat van Fred Frith zou kunnen staan, jazzy melancholisch aandoende fragmenten, het is een beetje van alles wat en toch klinkt het als een samenhangend geheel.
Het album is dan wel nogal experimenteel, toch straalt het een bepaalde warmte uit, een soort liefde voor het kleine, het verrassende, het moeilijk te vatten bestaan van nietige zaken die toch een grote impact kunnen hebben. De Française weet ons daardoor prima te boeien, ook omdat ze veel facetten van haar inzichten tegelijk aan bod laat komen. De muziek is al even ongrijpbaar als het onderwerp en dat is best wel fijn.